Vandaag ben ik weer in Amsterdam. Dat was ik eigenlijk gisteren al. Er zijn veel hoekjes in de hoofdstad. Altijd nieuwe dingen te ontdekken. De bruisende stad, maar ook soms het gevoel dat je overal van op de hoogte moet blijven en dat je geïsoleerd kan raken. Ha, maar dat kan op het platteland ook. Nou en!? Hier is het nog schrijnender. Je wordt omgeven door de mensen, maar je hebt er helemaal niets mee.
Vandaag herontdekte ik mijn wenkbrauwgroet. Ik heb twee van die gigantische rupsen op m'n porem waar ik heel gemakkelijk mee kan duidelijk maken dat ik iemand heb gezien. "Hallo!" zeggen mijn wenkbrauwen en vaak zeg ik er dan nog iets achter aan, maar dan met mijn mond. Die heeft zich in de tussentijd in een plooi getrokken die warmte en iets opens uitstraalt, althans dat hoop ik.
Soms maak ik me zorgen dat ik te veel kaas eet. En dat er stukjes tussen mijn tanden blijven zitten die mensen dan opvalt. Daarmee zou mijn wenkbrauw-glimlachgroet-combinatie z'n doel toch enigszins voorbijschieten want ik wil mensen niet afschrikken. Integendeel. Soms gebruik ik het zelfs om het ijs te breken naar het vrouwelijk geslacht op straat. Vandaag werkte het. Ik ontving een 'hoi' terug. De wenkbrauwgroet kwam spontaan opzetten. Mijn verstand stond op nul. Dat kwam doordat ik mezelf helemaal de tyfus in had lopen beuken met een fitness-schema dat ik voor mezelf had opgesteld.
Tijdens het uitvoeren van het schema ging alles nog goed. Daarna ging het iets minder. Ik deed push-ups, pull-ups en andere dingen die mijn lichaam niet meer gewend is. De endorfine die ik daardoor aanmaakte zorgde ervoor dat ik supermisselijk werd en bijkans moest overgeven. Echter wist ik er voor te zorgen om alles op zijn plek te houden en wreef ik lichtjes over mijn buik om deze gerust te stellen. Ik had moeite met het aantrekken van mijn boxershort nadat ik gedoucht had.
Ik kwam net terug van de supermarkt en de frisse lucht had me goed gedaan zoals mijn huisgenoot had geopperd. De fysieke inspanning kreeg langzaam de uitwerking waar ik op gehoopt had: rechtlijnigheid in mijn hoofd. Bijna een tunnelvisie waarbij je mond lijkt open te vallen omdat je alleen nog maar kan staren. Prettig voor mij, misschien confronterend voor anderen, maar je geeft er geen reet om.
Uitspreken, onbegrensdheid, zonder angst, met falen en blauwe plekken maar doorgaan tot de laatste snik. Ik voel het weer een beetje komen. Het zit er in en het wil er uit. In Amsterdam. Die creatieve speelplaats waar regelmatig met zand gesmeten wordt, maar waar mensen ook tunnels bouwen en elkaar vinden en dingen met elkaar verbinden. Het gebeurt hier.
Een ander leven. Helemaal anders dan wat ik soms voorbij zie komen op Facebook. Das Leben der Anderen. Ik ben niet jaloers. Ik denk ook niet: 'Ach, wat hebben zij een kutleven.' Dit is van mij en dat is van hun. Wat een berusting is dat soms, maar waarom zit ik dan toch soms om het hoekje te kijken. Sneaky en bedachtzaam. Kijkend of ze mij kunnen zien. Niet echt. Wat ik hier ook opschrijf, ik heb nooit het idee dat iemand me volledige ik kan zien. Maar misschien kan ik dat bij hen ook niet en hebben zij wel het idee dat ik volledig in de kijker sta.
Baby's, huwelijken. Het komt allemaal voorbij, maar het is niet voor mij. Ik hou van de speelsheid van een kind. Ik had het er vandaag nog over. Maar het fijne aan ouders is dat ze verplicht zijn hun kinderen weer mee te nemen. Ik lach naar vreemde kinderen, trek gekke bekken en verstop mijn hoofd achter mijn handen, omdat ik hetzelfde gewild zou hebben als kind (en omdat ik stiekem nog een beetje een kind ben). Zeker hier.
Het is fijn om te ontdekken. Deur na deur open te kunnen doen en nieuwe kamers in te kunnen stappen. Maar soms heb je geen zin en wil je in een kamer blijven. Soms kan dat. Andere keren komen er steeds meer mensen binnen gedrommeld en wil je weer weg, terwijl je dat in eerste instantie niet wilde! Aah, waarom ben je zo afhankelijk van anderen?
Omdat je zonder anderen niet bestaat. Het geldt niet alleen voor die boom in het bos die, als 'ie omvalt en niemand het ziet, dan eigenlijk niet écht omvalt. Ik heb dat nooit echt begrepen. Waarom zou je over bomen speculeren die omvallen als er superveel bomen gekapt worden. Kunnen mensen zich daar niet eens mee gaan bemoeien? En dan heb ik het niet over het hebben van een mening of over het voeren van een debat. Ga lekker iemand anders voeren! Een hongerig kind bijvoorbeeld. Djeezus!
Maar je hebt verificatie nodig. Niet alleen voor je bestaan, maar ook voor het gevoel van progressie. Besef je je wel eens hoe je benadert wordt en waar dat dan van afhangt? Ik merk dat ik een grensgeval begin te worden. Mensen nemen me soms serieus en soms niet. Het lijkt af te hangen van mijn leeftijd, maar ik kan het natuurlijk niet zeker weten. Wat wil ik in het leven? Misschien is dat wel de vraag. Vraagt de ander die ik tegenover me heb zitten: "wat wil deze jongen/man in het leven?" en wanneer ikzelf met een serieus antwoord kan komen, zullen zij mij misschien ook serieus nemen.
Twijfel. Vandaag sprak ik een man die ouder is dan ik maar met dezelfde twijfels rondloopt. Twijfel is niet slecht. Het kan soms een bevestiging zijn dat je dingen niet zo maar aanneemt. Niet alles is direct duidelijk. Een diamant is eerst ruw en moet daarna gekristalliseerd te worden om het licht door te kunnen laten. Twijfel kan ook saboteren. Je laten stilstaan en je besluiteloos maken.
Hoeveel geduld heb je en wanneer grijp je naar een compromis? Wat is een compromis eigenlijk in een situatie waarin je niet precies weet wat je moet doen? Misschien bestaat die wel helemaal niet. Omdat een keus, het maakt niet uit welke, een stap is uit die grijze brei van onzekerheid. Ah, maar nu maak ik de aanname dat twijfel gelijkstaat aan onzekerheid. Dat is het niet. Er is kracht en durf nodig om te twijfelen. Durf te twijfelen (zeg ik vaak tegen mezelf).
Pfoeh, maar het kan soms best frustrerend te zijn om in die gedachtenwolken te zweven en het over 'twijfel' en 'onzekerheid' te hebben en je niet te richten op iets concreets. Waar de fok baseer ik dit allemaal op. Het is soms wel een beetje moeilijkdoenerij en daarom verlang ik naar een Bram die wat harder is naar zichzelf toe. Niet dat ik vind dat ik mezelf moet afbranden, maar dat ik af en toe mezelf die trap onder mijn reet moet kunnen geven en me aan het werk zet. Twijfel is geen excuus voor niets doen, het is een reden om er achter te komen wat je wilt gaan doen. Ik schakel steeds over tussen 'je' en 'ik', ik weet niet waarom.
Ja, tantoevaag weer allemaal. Ga lekker wat anders doen joh! Ik schrijf dit terwijl ik geen kater heb en ik merk gewoon dat ik dan een stuk minder grappig dan wanneer ik wel een kater heb. Maar wat moet ik dan doen? Altijd maar blijven drinken? Denk het niet. Ik doe de volgende keer wel gewoon alsof.
Vandaag herontdekte ik mijn wenkbrauwgroet. Ik heb twee van die gigantische rupsen op m'n porem waar ik heel gemakkelijk mee kan duidelijk maken dat ik iemand heb gezien. "Hallo!" zeggen mijn wenkbrauwen en vaak zeg ik er dan nog iets achter aan, maar dan met mijn mond. Die heeft zich in de tussentijd in een plooi getrokken die warmte en iets opens uitstraalt, althans dat hoop ik.
| Zo ziet een kunstmatig opgewekte wenkbrauwgroet eruit in een slecht verlichte kamer |
Tijdens het uitvoeren van het schema ging alles nog goed. Daarna ging het iets minder. Ik deed push-ups, pull-ups en andere dingen die mijn lichaam niet meer gewend is. De endorfine die ik daardoor aanmaakte zorgde ervoor dat ik supermisselijk werd en bijkans moest overgeven. Echter wist ik er voor te zorgen om alles op zijn plek te houden en wreef ik lichtjes over mijn buik om deze gerust te stellen. Ik had moeite met het aantrekken van mijn boxershort nadat ik gedoucht had.
Ik kwam net terug van de supermarkt en de frisse lucht had me goed gedaan zoals mijn huisgenoot had geopperd. De fysieke inspanning kreeg langzaam de uitwerking waar ik op gehoopt had: rechtlijnigheid in mijn hoofd. Bijna een tunnelvisie waarbij je mond lijkt open te vallen omdat je alleen nog maar kan staren. Prettig voor mij, misschien confronterend voor anderen, maar je geeft er geen reet om.
Uitspreken, onbegrensdheid, zonder angst, met falen en blauwe plekken maar doorgaan tot de laatste snik. Ik voel het weer een beetje komen. Het zit er in en het wil er uit. In Amsterdam. Die creatieve speelplaats waar regelmatig met zand gesmeten wordt, maar waar mensen ook tunnels bouwen en elkaar vinden en dingen met elkaar verbinden. Het gebeurt hier.
Een ander leven. Helemaal anders dan wat ik soms voorbij zie komen op Facebook. Das Leben der Anderen. Ik ben niet jaloers. Ik denk ook niet: 'Ach, wat hebben zij een kutleven.' Dit is van mij en dat is van hun. Wat een berusting is dat soms, maar waarom zit ik dan toch soms om het hoekje te kijken. Sneaky en bedachtzaam. Kijkend of ze mij kunnen zien. Niet echt. Wat ik hier ook opschrijf, ik heb nooit het idee dat iemand me volledige ik kan zien. Maar misschien kan ik dat bij hen ook niet en hebben zij wel het idee dat ik volledig in de kijker sta.
Baby's, huwelijken. Het komt allemaal voorbij, maar het is niet voor mij. Ik hou van de speelsheid van een kind. Ik had het er vandaag nog over. Maar het fijne aan ouders is dat ze verplicht zijn hun kinderen weer mee te nemen. Ik lach naar vreemde kinderen, trek gekke bekken en verstop mijn hoofd achter mijn handen, omdat ik hetzelfde gewild zou hebben als kind (en omdat ik stiekem nog een beetje een kind ben). Zeker hier.
Het is fijn om te ontdekken. Deur na deur open te kunnen doen en nieuwe kamers in te kunnen stappen. Maar soms heb je geen zin en wil je in een kamer blijven. Soms kan dat. Andere keren komen er steeds meer mensen binnen gedrommeld en wil je weer weg, terwijl je dat in eerste instantie niet wilde! Aah, waarom ben je zo afhankelijk van anderen?
Omdat je zonder anderen niet bestaat. Het geldt niet alleen voor die boom in het bos die, als 'ie omvalt en niemand het ziet, dan eigenlijk niet écht omvalt. Ik heb dat nooit echt begrepen. Waarom zou je over bomen speculeren die omvallen als er superveel bomen gekapt worden. Kunnen mensen zich daar niet eens mee gaan bemoeien? En dan heb ik het niet over het hebben van een mening of over het voeren van een debat. Ga lekker iemand anders voeren! Een hongerig kind bijvoorbeeld. Djeezus!
Maar je hebt verificatie nodig. Niet alleen voor je bestaan, maar ook voor het gevoel van progressie. Besef je je wel eens hoe je benadert wordt en waar dat dan van afhangt? Ik merk dat ik een grensgeval begin te worden. Mensen nemen me soms serieus en soms niet. Het lijkt af te hangen van mijn leeftijd, maar ik kan het natuurlijk niet zeker weten. Wat wil ik in het leven? Misschien is dat wel de vraag. Vraagt de ander die ik tegenover me heb zitten: "wat wil deze jongen/man in het leven?" en wanneer ikzelf met een serieus antwoord kan komen, zullen zij mij misschien ook serieus nemen.
Twijfel. Vandaag sprak ik een man die ouder is dan ik maar met dezelfde twijfels rondloopt. Twijfel is niet slecht. Het kan soms een bevestiging zijn dat je dingen niet zo maar aanneemt. Niet alles is direct duidelijk. Een diamant is eerst ruw en moet daarna gekristalliseerd te worden om het licht door te kunnen laten. Twijfel kan ook saboteren. Je laten stilstaan en je besluiteloos maken.
Hoeveel geduld heb je en wanneer grijp je naar een compromis? Wat is een compromis eigenlijk in een situatie waarin je niet precies weet wat je moet doen? Misschien bestaat die wel helemaal niet. Omdat een keus, het maakt niet uit welke, een stap is uit die grijze brei van onzekerheid. Ah, maar nu maak ik de aanname dat twijfel gelijkstaat aan onzekerheid. Dat is het niet. Er is kracht en durf nodig om te twijfelen. Durf te twijfelen (zeg ik vaak tegen mezelf).
Pfoeh, maar het kan soms best frustrerend te zijn om in die gedachtenwolken te zweven en het over 'twijfel' en 'onzekerheid' te hebben en je niet te richten op iets concreets. Waar de fok baseer ik dit allemaal op. Het is soms wel een beetje moeilijkdoenerij en daarom verlang ik naar een Bram die wat harder is naar zichzelf toe. Niet dat ik vind dat ik mezelf moet afbranden, maar dat ik af en toe mezelf die trap onder mijn reet moet kunnen geven en me aan het werk zet. Twijfel is geen excuus voor niets doen, het is een reden om er achter te komen wat je wilt gaan doen. Ik schakel steeds over tussen 'je' en 'ik', ik weet niet waarom.
Ja, tantoevaag weer allemaal. Ga lekker wat anders doen joh! Ik schrijf dit terwijl ik geen kater heb en ik merk gewoon dat ik dan een stuk minder grappig dan wanneer ik wel een kater heb. Maar wat moet ik dan doen? Altijd maar blijven drinken? Denk het niet. Ik doe de volgende keer wel gewoon alsof.
