dinsdag

De therapeutische werking van Fusion



Vorige week schreef ik het volgende:

I miss me. That happy-go-lucky guy who’s slightly naïve and able and willing to fall on his face. Perhaps I fell a bit too much lately.

Ik vind het moeilijk om mezelf te vertrouwen op dit moment. Van de ene op de andere dag besloot ik dat ik wel met iemand samen kon gaan wonen en een week later maakte ik het uit. Ik weet waarom ik het deed, maar ik snap het niet.

Ik zat laatst in het park te wachten tot het tijd was om te gaan trainen. In het midden van het park was een bankje waar ik even helemaal alleen kon zijn en de tranen kon loslaten die er al weken leken te zitten. Wat me frustreert is niet dat ik verdrietig ben, maar dat ik niet weet waarom ik verdrietig ben.

Is het de tegenvallende zomer? Is het misschien gebrek aan sociaal contact in mijn werk? Is het de aard van mijn werk? Is het iets dat ik totaal over het hoofd zie? Is het een gebrek aan inspiratie?

Ik voel me leeggezogen. Ik kan me niets meer bedenken. Het spiegelkasteel in mijn hoofd lijkt gesloten. Ik ben bang voor het onbekende. Zou ik misschien voor een jaar in Zeeland moeten gaan wonen? Weer even aarden? What the fuck moet ik doen?

Wat me misschien nog het meest frustreert is de inherente egocentrische houding die ik krijg als ik zo met mezelf in de knoop zit. Mensen inspireren me, maar ik sta niet echt meer voor ze open.

I miss depth. Everything around me seems superficial, especially me. Oceans have become puddles and I don’t even feel like splashing into one. I want to dig. I want to create a story, a saga, something I can be proud of in every way imaginable.

Toen ging ik naar Fusion festival, kwam ik terug en schreef ik het volgende:

Het leven is nog steeds kut. Nee, geintje. Ik zie het allemaal een stuk minder somber in en kan de wereld om me heen weer met een korreltje zout nemen. De vakantie heeft therapeutisch gewerkt en ik ben terug op krachten gekomen, al zal dat degenen met wie ik samen was verbazen.

De fysieke uitputtingsslag die vier dagen dansen, springen, drinken, slikken, knuffelen en weinig slapen omhelsde, zorgt er bij mij voor dat ik terug ga naar de kern. Wat zit daar binnen in? Wat is er belangrijk? Mijn prioriteiten worden weer even op orde getrapt en er is niets anders dat zo veel energie geeft.

Of je nou drugs gebruikt of niet, je raakt op een gegeven moment in een roes. De stomende beats, de grote groep mensen die perfect sereen lijkt te zijn en de totale afwezigheid van agressie, maken dat je je ook anders gaat gedragen. Je ontkomt niet aan conditionering en dat is maar goed ook. Ik ben daardoor misschien wel een hippie geworden.

Woorden liepen schijnbaar ongecontroleerd door mijn hoofd. Geniet met Mate. Rauschwitz. En met de woorden kwamen de beelden. Mensen die veranderden in anderen toen ik mijn ogen sloot en probeerde te slapen. Ik was klaar met de trip, maar de trip nog niet met mij. Er moest nog even wat afgerekend worden. Ik was nog niet geslaagd voor de test. Vervelend dat ik niet kon slapen. Fijn wat ik er voor terug kreeg.

Duidelijkheid in de schijnbare chaos. Chaos is niet-gedefinieerde orde hoorde ik laatst en ik ben het er roerend mee eens. Dat wil zeggen dat er in mij geroerd werd en ik op die manier misschien dichter bij de waarheid kwam. Al geloof ik niet in absoluten: maar toch, als de waarheid roerend en continu veranderend is, dan is het alleen maar logisch dat de definitie ervan ook blijvend fluctueert.

Ik zag naakte vrouwen met een spierwitte huid en vuurrode haren in een woestijnlandschap. Gezichten die overliepen in wandelende lichamen, die vervolgens weer veranderden in gezichten. Een cirkel. Een groep mensen om me heen. Perfect symmetrisch en in my face. In de tent draaide alles even helemaal om mij. Ik bevond me in het spiegelkasteel en alles wat ik zag waren ik en mijn verlangens.

Na een dag was ik de geilheid voorbij. Het leek alsof de drang naar seks even volledig uit me was geperst doordat het te raar voor woorden was. Zodra ik weer geil werd toen ik aan seks dacht, wist ik dat ik niet meer aan het trippen was. Daarvoor was het echt te raar.

Waar gaan we naartoe in ons hoofd als we geïntoxiceerd zijn? Opeens realiseerde ik me dat we alleen functioneren aan de hand van werkzame theoriëen, maar dat we niet hoeven te weten hoe elk onderdeel van de auto werkt om er in te kunnen rijden. Je hoofd werkt net zo, althans die van mij. Hoe vreemd zou het zijn om continue geconfronteerd te worden met je eigen functioneren? Is dat hoe autisme voelt?

Ontspannen. Zonder stress of zorgen en met een zak vol inspiratie ben ik terug gekomen. Dat hoop ik toch. Ik heb in ieder geval meer zin in dingen. Ik denk dat ik weer durf te kiezen. Ik ga kijken of ik bij een reclamebureau aan de slag kan gaan om meer ervaring op te doen en me niet hoef bezig te houden met het doen van administratie, mensen om me heen heb tijdens mijn werk en meer met spiegels aan de slag kan ofzoiets.