woensdag

Het Bungehuis en het verlies van mijn bedevaartsoord

Lege ruimte. Waar nu een ziel zit, zal straks een gat zijn dat gevuld zal worden met service. Roomservice, customer service, hospitality service, service service service. De student wordt wederom afgeserveerd en mag het doen met de kruimeltjes die de hotelgangers van de samenleving kunnen missen.

Binnenkort zal er een tijdperk vergaan en het gaat me aan het hart dat het Bungehuis straks niet meer in haar huidige hoedanigheid zal bestaan. Hier liggen herinneringen begraven die ik naast de fundering van het gebouw heb neergelegd en wanneer mijn faculteit niet langer meer mijn faculteit is, ben ik een belangrijk bedevaartsoord kwijt.

Hier heb ik een grote liefde ontdekt, die van anderen zien opbloeien en mijn passie gevonden. Hier heb ik lezingen bijgewoond, discussies gehad en mijn stem ontwikkeld. De laatste tijd zit ik hier weer steeds vaker. Het Bungehuis heeft een vreemde aantrekkingskracht op mij, want waarom zou ik in die slecht geventileerde, slecht verlichtte kantine willen zitten die ingericht is als een McDonalds?

Omdat het een stukje van mij is. Straks zal er een stukje van mij onvrijwillig afsterven omdat ik dan hier niet zomaar meer naar binnen kan lopen en kan zwaaien naar de beveiliger en kan plaats nemen in deze kunstmatige baarmoeder die de kantine heet.

Daarom ben ik verdrietig en boos. In mijn hoofd wellen vragen op zoals 'waarom moeten ze juist het Bungehuis verpatsen?' maar diep van binnen weet ik ook wel dat mijn faculteit niet het enige slachtoffer is van een nieuwe wind die er door de UvA waait. De universiteit wordt uitgekleed.

Een rijk, inspirerend gebouw met karakter wordt ingeleverd zodat toeristen allemaal een deel van de hospitality experience mee naar huis kunnen nemen of gebruik kunnen maken van de excellente service die de desbetreffende uitbater te bieden heeft. Het Bungehuis is dan slechts een lege huls.

Ik kan me er nog wel verder over opwinden, maar dat heeft niet heel veel zin. Rationeel gezien valt er misschien ook weinig tegen in te brengen. Het Bungehuis is niet meer geschikt voor de eisen die er gesteld worden aan de academische wereld: openheid, transparantie, netwerken en nog meer verkooppraatjes.

In het Science Park staat dat natuurlijk voorop: een grote hal waar uiteindelijk overal glazen wanden aangebracht moesten worden omdat men helemaal gek werd van al die openheid. Wanneer je beneden staat hoef je maar een oprisping te krijgen en de onderzoeksmedewerkers op de bovenste verdieping kunnen het horen.

Geborgenheid, nichés en onlogische constructies, dat is waar sommige mensen juist bij gedijen. De openheid die de UvA aanhangt kan juist verstikkend werken, maar nee, alles moet uniform gemaakt worden en gelijk worden getrokken. 8-8-4, fusies van kleine studies en het bij elkaar brengen van universiteitsgebouwen.

Ik geef eerlijk toe dat ik eigenlijk egoïstisch ben. Mijn gevoel gaat voornamelijk uit naar het gemis dat ik weldra zal voelen en de achterliggende trend kan me niet zo veel meer schelen. Ik studeer immers niet meer en ben in het dagelijks leven met heel andere dingen bezig.

Maar toch, er zal altijd het verlangen blijven om mijn bedevaartsoord af en toe te bezoeken. Of in ieder geval de mogelijkheid te hebben om hier binnen te stappen zonder hospitality of service af te hoeven nemen. Dat zal helaas niet gaan, dus vaarwel Bungehuis, ik zal altijd van je blijven houden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten